257 en 259

Deze twee koopmanshuizen, resp. 8,54 en 8,53 m. breed zijn resp. gebouwd in 1620 door Cornelis Willemsz en in 1625 door Pierre du Pont, genaamd De Wolscheijders.

257 wordt o.m. in 1694 eigendom van Gerrit van Oosten en in 1729 van Pieter Hunthum, wanneer er De Meelbaal in de gevel staat.

259 is reeds in 1690 eigendom van Huntum.

In 1762 wordt het nog bewoond door de weduwe Huntum.

Beide huizen komen in 1763 in handen van de familie van Loon, die ze volgens de afbeelding heeft laten wijzigen:

257 door mr. Pieter van Loon met een nieuwe gevel met getoogde kozijnen, een gootlijst met consoles, een zadeldak, een stoep en een omlijste toegang zoals het tegenwoordig nog ongeveer is.

259 is door mr. Jan van Loon de Jonge gewijzigd, voorzien van een top, de onderste kozijnen getoogd, die van de bovenverdiepingen met ontlastingsbogen zijn onveranderd gebleven.

Verder heeft het een stoep.

Omstreeks 1770 wordt het eigendom van en wordt het bewoond door mr. Gerrit de Graeff, schepen en raad.

De tegenwoordige toestand is uit de 19de eeuw met een onveranderd benedengedeelte, de tweede en derde verdieping daarmee met getoogde kozijnen in overeenstemming gebracht.

Verder heeft het een rechte kroonlijst met viermaal twee consoles en een zadelsdak met dakvenster.